<—– Luister naar de in the hall of the mountain king
LudwigvanBeethovenmijninspiratiebron
!!WELKOM!!!: Deze website gaat over Ludwig van Beethoven: zijn werken, zijn leven en weetjes over de grote man en mooie klassieke muziekverhalen met muziek van verschillende componisten.
<——- Luister naar de Pianoconcert in a op.16
Pianoconcert in a op 16 van Edvard Grieg
In 1746 toen Bach en Händel nog leefden, moest Schotland in een oorlog tegen Engeland het onderspit delven. Om de gevolgen daarvan te ontlopen emigreerde er een jonge man uit Aberdeen naar Noorwegen. Hij heette Alexander Greig en de Engelse uitspraak van die naam werd in de boeken genoteerd toen hij zich als burger van Bergen ging vestigen. Dat was de over-grootvader van Edvard Grieg, zoon van een bijzonder welvarend koopman. Edvards moeder, Gesine Hagerup, had zang en piano gestudeerd en dus werd er veel gemusiceerd in het ouderlijk huis. Op school schreef Edvard liever stilletjes noten dan openlijk Duitse thema’s, maar toch meende hij in die tijd nog voorbestemd te zijn tot het domineesambt. Pas op zijn 15de jaar werd hij opgemerkt door de beroemde Noorse violist Ole Bull, die besefte welk talent er achter de krabbels op de notenbalken schuil ging en die het aan zoon en ouders duidelijk maakte, dat Edvards toekomst in de muziek lag.
Grieg schreef in totaal 140 liederen en als men tegenwoordig aan wie dan ook vraagt welk daarvan het bekendste is, dan krijgt men onherroepelijk te horen: “Solvejgs Lied”. Maar dat is juist het enige waarvan de melodie niet van hem zelf is. Wel helemaal eigen vinding en zelfs karakteristiek voor zijn muzikale wezen zijn die andere zo vaak gespeelde stukken “Morgenstimmung”, Aases Tod en het “Pianoconcert in a.” Het kleine, ranke mannetje met de leeuwenkop, de lichtblonde manen en de heldere ogen, logeerden in de zomer van 1868, een jaar na zijn huwelijk, bij zijn vrienden in Sölleröd. Kort tevoren was er een achter-achter-klein-dochter en naamgenote van de Schotse emigrant geboren, er was heel druk les gegeven om de monden van het jonge gezinnetje te vullen; er was ook naarstig gezocht naar een organistenbaantje nadat het Philharmonisch Gezelschap, waarvan de 25-jarige Grieg dirigent hoopte te blijven, zijn werkzaamheden had gestaakt. Er moesten dus wat rus en afleiding volgen, en die vond hij in dit verrukkelijke Deense dorpje. Tijdens dat verblijf kwam dadelijk, haast terloops zijn eerste grote meesterwerk tot stand, het Pianoconcert in a met als inzet de merwaardige paukenroffel, die honderduizenden moeten hebben gehoord, maar die niemand ooit noemt als men vraagt hoe het stuk eigenlijk begint! Grieg kreeg een jaar daarna een regeringsbeurs voor een buitenlandse reis. Met het manuscript van zijn eerste concert onder de arm spoedde hij zich naar Rome, waar hij het de wereldvermaarde Franz Liszt liet zien, hetgeen hem een stevige aanmoediging uit de mond van de grote man opleverde. Toch hielp dit de Scandinavische uitgevers niet uit de droom, al zou er alleen met Griegs kleine stukjes en liedjes wat geld te verdienen zijn. Zij weigerden eensgezind het grotere meesterwerk. Een paar jaar later pas lukte het zijn vriend en collega Svendsen een onbekende uitgever in Leipzig te overtuigen van de waarde van het concert en dat betekende het begin van een zegetocht.
Het wezenlijke van Griegs muziek heeft nog nooit iemand precies kunnen omschrijven. Vast staat, dat het te maken heeft met bossen, bergen en geesten, met fjorden, zeelucht en middernachtszon, met bloemen, wolken en water, maar ook met de Grieg, vertrouwde v is- en teerlucht van Bergens haven en met de gehate vakopleiding van Leipzigs conservatorium… Dat ondefinieerbare karakteristieke zou een aansmelting kunnen zijn van de sombere Noorse natuur met Griegs eigen hartelijkheid en hang naar intimiteit. Het kon een resultaat zijn van de diepe wens om in een dadelijk aansprekend (Duits) muzikaal taaleigen, nationale klanken te scheppen. Zijn muziek is in elk geval het produkt van een apart, eigen weg zoekend talent.
Liszt uitroep, die de kloostermuren in Rome deed daveren, nadat hij de slotmaten van het Pianoconcert in a had doorgespeeld, sloeg ergens de spijker op zijn kop: “Geweldig! Niet gis maar g, g! Dat is je reinste Zweedse punch!” Afgezien dan van het feit dat Zweden Noorwegen niet was (al bestond toen nog die ongewenste politieke band), signaleerde hij hiermee een van de trekjes die zowel voor Griegs kunst als de hele Noorse muziek kenmerkend zijn. Waar men in A majeur de leidtoon gis ook dalend verwacht, staat opeens die wat melancholieke g als muzikale paraaf van de kleine man van Bergen.
Grieg schreef eens vanuit zijn geliefde buitenverblijf Troldhaugen het volgende: “Je hoeft hier alleen maar te spitten en daar borrelen als de Noorse koor-, orkest- en pianowerken uit de grond op.” Inderdaad is Griegs muziek met zijn land sterk verbonden en het wekt dus geen verbazing, dat in het laatste deel van zijn Pianoconcert de wijs van een noorse volkdans, de halling, is verwerkt. Edvard Daniel Clarke beschrijft deze halling in 1819, waarbij hij vermeldt, dat men de dans uitvoert “op het hoofd staande en tegelijkertijd krachtig zwaaiend met armen en benen”.
Bron: Philips EP – Mono – Klassieke Discotheek – Entremont/Ormandy – 610304
<——- Luister naar de herinneringen aan het Alhambra (gitaarstuk) – F. Tarrega (1852-1909)
Recuerdos de la Alhambra van Fransisco Tarrega
In de twaalfde eeuw was het Alhambra voor de poorten van de Spaanse stad Granada het paleis van de Moorse koningen. Met zijn majesteitelijke muren, torens en schatten, zoals de alabasten bron, staat het paleis termidden van subtropische tuinen, terwijl in de verte de sneeuw op de bergen van de Sierra Nevada ligt te glinsteren. Tarrega laat licht en schaduw elkaar afwisselen, en u hoort het kabbelen van het water in dit architectonische meesterwerk door een enkele gitaar en een trage melodie die door de gitarist met een snel, tokkelend tremolo wordt gespeeld.
Renaissance van de gitaar
De Spaanse componist Francisco Tarrega was de heraut van de opbloeiende interesse voor de Spaanse of klassiek gitaar, die lange tijd was verwaarloosd. In veel Europese grote steden gaf hij concerten en werd hij bekend als de “Sarasate van de gitaar” (Pablo Sarasate was een gevierd Spaanse violist). Recuerdos de la Alhambra is zijn bekendste werk. Tarrega bewerkte ook veel werken van andere Spaanse componisten voor gitaar, zoals veel muziek van zijn vrienden Isaac Albéniz en Enrique Granados.
Het erfgoed van de morgen
De moren lieten als getuige van hun aanwezigheid in Spanje veel meer achter dan alleen maar schitterende bouwwerken. De voorganger van de gitaar was bijvoorbeeld een ander snaarinstrument, de vihuela de mano. De oorsprong gaat terug naar de tokkelinstrumenten die door de Arabieren en Moren uit Noord-Afrika werden bespeeld.
Een Amerikaan in Spanje
Tijdens zijn uitzending naar Spanje bereisde de Amerikaanse schrijver Washington Irving (1783-1859) het hele land en deed hij waardevol onderzoek naar de geschiedenis van de Noord-Afrikaanse Moorse cultuur. De Moren bezetten vanaf de 8ste eeuw meer dan honderd jaar lang een groot deel van Spanje. Over dit thema schreef Irving twee interessante boeken: De verovering van Granada en Vertellingen over het Alhambra.
Voetnoot: Een ander werk voor gitaar van Tarrega is Capriche Arabe.
Bron: Klein muzikaal handboek – Klassieke momenten – Boekje met cd (helaas heb ik geen cd)